Nieuwe Access to Vaccines Index geeft inzicht in wat vaccinbedrijven doen om inentingsgraad wereldwijd te verbeteren.
Vaccins behoren tot de meest krachtige en kosteneffectieve gezondheidszorginterventies die we kennen. Toch schat de Wereldgezondheidsorganisatie dat jaarlijks 19,4 miljoen kinderen over de hele wereld nog steeds de meest basale inentingen mislopen.
“Er is een wereld te winnen door het vergroten van de toegang tot vaccins”, zegt Jayasree K. Iyer, directeur van de Access to Medicine Foundation. “Als wereldwijde gemeenschap dragen we samen de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat iedereen kan profiteren van vaccinatie. Natuurlijk hebben de bedrijven die vaccins ontwikkelen en produceren hier een duidelijke rol in. Met deze nieuwe Index brengen we in kaart wie wat doet, en hoe we bedrijven kunnen triggeren om meer te doen.” De Access to Vaccines Index is een onafhankelijk initiatief van de in Nederland gevestigde Access to Medicine Foundation en wordt gefinancierd door de Postcode Loterij. Sinds 2008 publiceert de stichting ook iedere twee jaar de Access to Medicine Index.
De onderzoekers van de nieuwe ‘vaccins-index’ hebben geanalyseerd wat er in de R&D-pijplijn zit. Daarbij passeerden bijna 90 vaccinprojecten voor ziektes met hoge prioriteit de revue. Hieronder zijn tientallen vaccins die voor het eerst op de markt komen, voor ziektes zoals Ebola en een aantal dodelijke bacteriële infecties. Als de vaccins succesvol zijn, kunnen ze van doorslaggevend belang zijn voor de aanpak van antibioticaresistentie, een van de grootste toekomstige bedreigingen voor de volksgezondheid en een prioriteit van de Nederlandse regering.
Uit het onderzoek blijkt ook dat bedrijven maatregelen nemen om vaccintekorten te voorkomen en dat ze, bij het bepalen van de prijzen, allemaal tot op zekere hoogte rekening houden met betaalbaarheid. Alle bedrijven nemen in hun overwegingen mee of een land in aanmerking komt voor steun uit Gavi, een publiek-privaat partnerschap dat de aanschaf van vaccins financiert voor armere landen. (u kunt het volledige rapport hier downloaden.)
Groeimarkt
De wereldwijde markt voor vaccins groeit: van 2000 tot 2014 steeg de omzet van 6 naar 33 miljard dollar, waarbij rijkere landen goed waren voor ongeveer 65% van de totale waarde. Overheden geven meer uit aan vaccins, ook in armere landen. Veel lagelonenlanden kopen vaccins in met financiële steun van Gavi en via organisaties als UNICEF. Tussen 2010 en 2014 verdubbelde het bedrag dat UNICEF uitgaf aan vaccins tot 1,5 miljard dollar.
De index heeft de inspanningen van acht belangrijke vaccinfabrikanten in kaart gebracht, waaronder de grootste spelers in termen van omzet. GSK, MSD (Merck & Co. Inc), Pfizer en Sanofi, ook wel “de grote vier” genoemd, vertegenwoordigen ongeveer 80% van de wereldwijde omzet. Ook Serum Institute of India, een vaccin producent uit India, is van groot belang voor de wereldwijde volksgezondheid. Dit bedrijf heeft een brede geografische dekking en een afzet van bijna 1,4 miljard doses vaccins per jaar. Naast deze vijf evalueert de index nog drie andere bedrijven met een aanzienlijk potentieel om de toegang tot vaccins te verbeteren: Daiichi Sankyo, Johnson & Johnson en Takeda.
Wat meet de Access to Vaccines Index?
De Access to Vaccines Index meet bedrijfsactiviteiten voor 69 ziektes die de hoogste prioriteit hebben: 44 ziektes waarvoor nog geen vaccin op de markt is, zoals lepra en HIV. En 25 ziektes waar wel vaccins voor bestaan, maar waarbij beschikbaarheid een probleem is. De index kijkt naar 107 lage- en middeninkomenslanden waar vaccins het meest nodig zijn. De drie onderzoeksgebieden van de Index zijn: onderzoek & ontwikkeling (R&D), prijsstelling en registratie, en productie & voorraadbeheer van vaccins.
Alle acht bedrijven werden beoordeeld op research & development. Op dit punt gaat GSK aan de leiding, op de voet gevolgd door Johnson & Johnson. Zes van de acht bedrijven (Daiichi Sankyo en Takeda zijn de uitzonderingen) hebben op dit moment vaccins op de markt voor de ziektes en in de landen die binnen de scope van de Index vallen. Van deze zes bedrijven zijn daarom ook prijsstelling & registratie en productie & voorraadbeheer geëvalueerd. Op alle drie de onderzoeksgebieden presteert GSK het best, met Sanofi als goede tweede.
Productportfolio en R&D volgen de markten
De acht onderzochte bedrijven stemmen hun portfolio en R&D af op de vraag uit de wereldwijde markt. Dit zijn de ziektes waarvoor de meeste vaccins op de markt zijn: meningokokkenziekte, polio, griep en hepatitis (A en B). De top vijf van ziektes waar R&D-projecten zich op richten zijn pneumokokkenziekte, griep, meningokokkenziekte, RS-virus en het humaan papillomavirus (HPV), dat baarmoederhalskanker veroorzaakt. Alleen al door het pneumokokkenvirus, sterven ieder jaar een half miljoen kinderen voor hun vijfde levensjaar.
R&D: bedrijven aan de slag met innovatie
Binnen de acht bedrijven werken de R&D-afdelingen op dit moment aan 89 vaccinprojecten voor 35 ziektes. Pneumokokkeninfecties, humaan papillomavirus en griep krijgen de meeste aandacht. Deze focus loopt voor een groot deel synchroon met de aanwezigheid van commerciële prikkels. Eén derde van de R&D-projecten richt zich op een van de 12 voor de Index relevante ziektes waarvoor nog geen vaccin bestaat. Daaronder zijn Ebola en HIV, maar ook E. coli, C. difficile, streptokokken en stafylokokken.
Zodra een vaccin vanuit het laboratorium in de markt wordt uitgerold, wordt duidelijk of er nog meer R&D nodig is om het te verbeteren of aan te passen. Die aanpassingen vormen bijna de helft van wat er op het gebied van vaccinaties in de R&D-pijplijn zit. De meest voorkomende aanpassing is om het aantal ziektes (of stammen) uit breiden waartegen een vaccin bescherming biedt. Projecten die erop gericht zijn om vaccins beter bestand te maken tegen temperatuurschommelingen komen ook veel voor. Een belangrijk aspect in landen waar koeling niet altijd een optie is.
Voor veel van de ziektes waar de Index zich op richt, zijn vaccins vaak niet erg winstgevend – zeker voor ziektes zoals lepra of apenpokken die vooral mensen treffen in landen met lage- en middeninkomens. “Uit ons onderzoek blijkt dat we bedrijven waarschijnlijk op andere manieren moeten aanmoedigen om voor deze ziektes nieuwe vaccins te ontwikkelen. Denk aan publiek-private partnerschappen voor vaccin-R&D, of toezeggingen van afnemers om grote hoeveelheden nieuwevaccins in te kopen”, zegt Jayasree K. Iyer.
Prijsstelling & registratie: betaalbaarheid is een afweging
Met inentingsprogramma’s zijn aanzienlijke investeringen gemoeid, voor een groot deel bepaald door de prijzen van vaccins. Fabrikanten hebben een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat vaccins betaalbaar zijn voor overheden met beperkte middelen. De index heeft onderzocht op welke manier bedrijven bij hun prijsstelling rekening houden met betaalbaarheid. Ook is gekeken naar hun inspanningen om vaccins beschikbaar te maken, door ze te registreren voor gebruik in lage- en middeninkomenslanden.
Bij het vaststellen van de prijs van een vaccin houden de meeste bedrijven tot op zekere hoogte rekening met betaalbaarheid en met de economische omstandigheden van een land. Ook de gemaakte kosten tellen mee, zoals investeringen in klinische ontwikkeling, evenals het belang van het vaccin voor de volksgezondheid. De enige factor die meeweegt bij alle zes bedrijven die we op dit punt hebben getoetst, is of een land in aanmerking komt voor steun uit Gavi. Bedrijven bieden deze landen in het algemeen hun laagste prijzen.
Veel midden-inkomenslanden komen niet in aanmerking voor steun van Gavi, maar hebben toch te kampen met een beperkt zorgbudget. De Index kon geen duidelijk bewijs vinden dat bedrijven bij het vaststellen van de prijzen in dit soort landen systematisch rekening houden met de werkelijke draagkracht. Vooruitblikkend concludeert de Index dat vaccinbedrijven een systematische aanpak nodig hebben waar het gaat om betaalbaarheid, vooral voor landen die geen steun van Gavi ontvangen en die niet deelnemen aan gezamenlijke inkoop via de PAHO en UNICEF.
Productie & voorraadbeheer: maatregelen om tekorten te voorkomen
De vraag naar een vaccin kan het aanbod om verschillende redenen overtreffen. Denk aan epidemieën, onjuiste voorspelling van de vraag en onderbrekingen in de productie. Alle vaccinproducenten die door de Index op dit punt zijn onderzocht, nemen maatregelen om de wereldwijde vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Dat wijst erop dat een tekort aan vaccins in sommige gevallen wordt ontdekt, beheersbaar gemaakt of voorkomen.
Vier bedrijven zijn hierin opvallend actief: GSK, Johnson & Johnson, MSD en Sanofi. In vergelijking met andere bedrijven zetten deze vier zich meer in voor het verbeteren van hun voorraadbeheer. Dit betekent onder andere dat bedrijven hun productie kunnen opschalen als dat nodig is en dat ze regelmatig toetsen of er voldoende voorraad is om aan de verwachte vraag te voldoen. Deze vier bedrijven hebben ook beloofd om aanwezig te blijven in markten waar weinig of geen andere leveranciers actief zijn, en/of om eventuele vermindering van het aanbod van tevoren aan te kondigen bij belanghebbenden uit de markt.
“Ook in de toekomst zullen er ziekte-uitbraken zijn”, zegt Jayasree. “Het is van het grootste belang dat vaccinbedrijven steeds betere manieren vinden om tekorten te voorkomen. Fabrikanten moeten samen met overheden en andere partijen om de tafel, om te bouwen aan veerkrachtige gezondheidssystemen.”
– EINDE PERSBERICHT –
Noot voor de redactie:
Persmateriaal: Figuren en grafieken in het rapport zijn op aanvraag beschikbaar, zie ook www.accesstovaccines.org
De Access to Medicine Foundation is een onafhankelijke non-profit organisatie, gevestigd in Haarlem, met als doel om farmaceutische en vaccin-bedrijven te stimuleren om meer te doen voor zo’n 2,1 miljard mensen wereldwijd die geen toegang hebben tot essentiële medicijnen. De nieuwe Access to Vaccines Index is een aanvullend instrument op de Access to Medicine Index en analyseert de specifieke factoren die van invloed zijn op de vaccinatiemarkt. Deze Access to Vaccines Index wordt gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij. In 2017 ontwikkelt de stichting ook de eerste ‘Antimicrobial Resistance Benchmark’. Deze benchmark brengt in kaart hoe bedrijven de strijd aanbinden met resistente bacteriële infecties.