Multiresistente bacteriën: wat doet de farmaceutische industrie eraan? Het eerste onafhankelijke rapport.
Uit dit onderzoek, de Antimicrobial Resistance Benchmark, blijkt dat GSK en Johnson & Johnson aan kop gaan bij de grote farmaceutische bedrijven. Onder fabrikanten van generieke geneesmiddelen scoort Mylan het best en Entasis komt als winnaar uit de bus in de categorie biofarmaceutische bedrijven. Volgens de Benchmark is bij alle farmaceuten nog ruimte voor verbetering, maar er zijn ook goede praktijkvoorbeelden.
“Als je antibiotica gebruikt met de verkeerde dosering of tegen het verkeerde beestje, geef je bacteriën de kans om zich aan te passen en ongevoelig te worden. Infecties die we nu nog kunnen behandelen, kunnen daardoor opnieuw levensbedreigend worden. Om het tij te keren hebben we farmaceutische bedrijven nodig die zich daar hard voor maken.” Dat zegt Jayasree K. Iyer, Executive Director van de Access to Medicine Foundation die de Benchmark publiceert.
Groeiend besef
Antibiotica worden steeds minder effectief en dat proces wordt versneld door onzorgvuldig en overmatig gebruik, zowel bij mensen als in de veehouderij en de landbouw. De Verenigde Naties, de Wereldgezondheidsorganisatie, de G7 en de G20 zijn verschillende programma’s gestart. Ook de Nederlandse regering heeft AMR (antimicrobiële resistentie) hoog op de agenda staan en de meeste bedrijven in de Benchmark hebben hun handtekening gezet onder de ‘Verklaring van Davos’ (januari 2016), waarin zij beloven actie te ondernemen om AMR een halt toe te roepen. Om grip op de zaak te krijgen is gecoördineerde actie nodig van overheden, zorginstellingen, artsen, boeren en farmaceutische bedrijven, maar ook van patiënten.
Dertig bedrijven doorgelicht
De Benchmark neemt de 30 belangrijkste spelers op het gebied van ontwikkeling en productie van antibiotica onder de loep. Het gaat dan om 8 farmaceutische multinationals, 12 biofarmaceutische bedrijven en 10 producenten van generieke medicijnen. De Benchmark meet en vergelijkt op de volgende drie criteria:
onderzoek en ontwikkeling van nieuwe medicijnen tegen resistente ziekteverwekkers;
verantwoorde productie van antibiotica;
strategieën die nieuwe antibiotica daar brengen waar ze nodig zijn en tegelijkertijd verstandig gebruik stimuleren.
“We zien dat de meeste farmaceutische bedrijven zich pas sinds kort richten op AMR. Zeker, er zitten belangrijke nieuwe medicijnen in de pijplijn, maar we weten ook dat het er niet genoeg zijn om de medicijnen te vervangen die inmiddels niet meer werken”, zegt Iyer.
Koplopers
Onder de research-gedreven farmaceuten gaan GSK en Johnson & Johnson aan kop. GSK heeft de meeste nieuwe antibiotica in de pijplijn, ook tegen ziekteverwekkers die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie de hoogste prioriteit hebben in de strijd tegen AMR. Bovendien heeft GSK, net als Shionogi, het bonussysteem volledig losgekoppeld van de verkoopvolumes van antibiotica. Dat haalt voor vertegenwoordigers de prikkel weg om te veel antibiotica te verkopen en daarmee overmatig gebruik in de hand te werken. Johnson & Johnson richt zich vooral op tuberculose. Het bedrijf heeft een baanbrekend geneesmiddel voor multiresistente tuberculose en zorgt in landen waar de ziekte veel voorkomt dat dit medicijn gericht wordt verstrekt en dat het ziekteverloop bij patiënten wordt gevolgd. De twee leiders worden gevolgd door Novartis, Pfizer en Sanofi. Pfizer scoort vooral goed als het gaat om het toegankelijk maken van antibiotica en verantwoord gebruik. Sanofi is weer sterker in R&D. En Novartis presteert over de hele linie redelijk goed.
Biofarmaceutische bedrijven hebben een essentiële rol in het ontdekken van nieuwe antibiotica. De Benchmark vergeleek 12 van dit soort bedrijven. Het Amerikaanse Entasis presteert het best, vooral doordat het in een vroeg stadium al plannen maakt om nieuwe medicijnen toegankelijk te maken en verantwoord in te zetten. Op een gedeelde tweede plaats staan Polyphor, Summit en Tetraphase.
Een fors deel van de antibiotica die op dit moment worden verkocht, komt van producenten van generieke geneesmiddelen. Vergeleken met de andere bedrijven is deze groep weinig transparant. De koplopers in deze categorie maken gerichte keuzes in de strijd tegen AMR, door te focussen op betaalbaarheid of verantwoord gebruik. Van de 10 onderzochte bedrijven komt Mylan als beste uit de bus, gevolgd door Cipla en Fresenius Kabi.
“Producenten van generieke medicijnen zijn in de positie om krachtig op te treden tegen antibioticaresistentie. Deze bedrijven produceren de meeste antibiotica, en dat doen ze al tientallen jaren. Als we deze bedrijven kunnen stimuleren om hun verantwoordelijkheid te nemen, dan gaat er echt iets veranderen.”
Belangrijkste resultaten
Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit de Benchmark:
Er zijn 28 nieuwe antibiotica in een vergevorderd stadium van ontwikkeling, die precies de ziekteverwekkers aanpakken die hoog op de prioriteitenlijst staan van de Wereld Gezondheidsorganisatie en het Amerikaanse instituut voor ziektebestrijding en -preventie, de CDC. Voor maar 2 van deze 28 potentiële medicijnen liggen er ook plannen om ervoor te zorgen dat ze betaalbaar zijn én verantwoord worden gebruikt zodra ze op de markt komen.
Bijna de helft van de onderzochte bedrijven brengt resistentiepatronen in kaart. In 147 landen wordt de resistentie gemonitord. Longontsteking wordt het best in de gaten gehouden en Pfizer heeft de meeste monitoringprogramma’s.
Acht bedrijven stellen grenzen aan de hoeveelheid antibiotica die in afvalwater mag zitten. Vier bedrijven eisen ook van hun leveranciers dat ze aan die normen voldoen. Dat zijn GSK, Johnson & Johnson, Pfizer en Roche. Gedetailleerde informatie over deze limieten ontbreekt nog en geen enkel bedrijf geeft gegevens vrij over wat er in praktijk wordt geloosd.
Vier bedrijven zijn bezig om het bonussysteem van hun vertegenwoordigers los te koppelen van de hoeveelheid antibiotica die ze verkopen. GSK en Shionogi hebben dat wereldwijd volledig gescheiden, Pfizer is ermee aan het testen op een aantal locaties en Novartis werkt op dit moment aan een aangepast incentivesysteem.
Zo werkt de Antimicrobial Resistance Benchmark
De Benchmark legt bedrijven langs een collectieve meetlat. Het gaat dan om de punten waarop zij volgens de communis opinio echt verschil kunnen maken. De Access to Medicine Foundation heeft deze punten in kaart gebracht met hulp van vooraanstaande experts en een breed spectrum aan belanghebbenden op het gebied van AMR en wereldgezondheid. De Benchmark is zo ontworpen dat hij ondanks de verschillende typen bedrijven tot een objectieve vergelijking komt. De Antimicrobial Resistance Benchmark is mogelijk gemaakt met financiële steun van het Engelse Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
- EINDE PERSBERICHT -
Persmateriaal: De grafieken en overige figuren in het rapport zijn op aanvraag beschikbaar.
Over de Access to Medicine Foundation: De Access to Medicine Foundation, die de Benchmark opstelt, is een onafhankelijke non-profit organisatie, gevestigd in Amsterdam. Het doel is om meer mensen in ontwikkelingslanden toegang te geven tot medicijnen en vaccins. Om dit te bereiken stimuleert de stichting de farmaceutische industrie om hierin meer verantwoordelijkheid te nemen.
De stichting publiceert iedere twee jaar de Access to Medicine Index. De volgende editie verschijnt eind 2018. In 2017 verscheen de eerste Access to Vaccines Index. En nu is er de eerste Antimicrobial Resistance Benchmark.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Suzanne Wolf
Tel.: + 31 6 29 40 40 90 Kantoor: +31 (0) 20 215 3535
E-mail: swolf@accesstomedicinefoundation.org
Website: www.accesstomedicinefoundation.org